Duits

Uitgebreide synoniemen voor Partner in het Duits

Partner:

Partner [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Partner
    der Mann; der Partner; der Ehegatte; der Gemahl; der Lebenspartner; der Gatte
    • Mann [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Partner [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ehegatte [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gemahl [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Lebenspartner [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gatte [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Partner
    der Partner; der Mitkämpfer; der Genosse; der Komplize
  3. der Partner
    der Partner; der Gesellschafter; der Mitinhaber; der Firmeninhaber; der Teilhaber; der Sozius; der Kompagnon
  4. der Partner
    der Ehepartner; der Lebensgefährte; der Partner
  5. der Partner
    der Mann; der Kumpel; die männliche Person; Weib; der Kerl; der Gatte; der Gemahl; der Gefährte; der Freund; der Partner; der Teilhaber
    • Mann [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kumpel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • männliche Person [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Weib [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kerl [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gatte [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gemahl [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gefährte [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Freund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Partner [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Teilhaber [der ~] zelfstandig naamwoord
  6. der Partner
    der Partner
    • Partner [der ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Partner":


Verwante synoniemen voor Partner