Duits

Uitgebreide synoniemen voor Verwegenheit in het Duits

Verwegenheit:

Verwegenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Verwegenheit
    der Übermut; die Tollkühnheit; der Leichtsinn; die Kühnheit; die Waghalsigkeit; die Verwegenheit; die Unüberlegtheit; die Unbesonnenheit
  2. die Verwegenheit
    die Tapferkeit; die Kühnheit; die Schneidigkeit; die Tüchtigkeit; die Heldentat; die Stämmigkeit; die Verwegenheit; die Stattlichkeit; die Rüstigkeit

Alternatieve synoniemen voor "Verwegenheit":