Duits

Uitgebreide synoniemen voor parat in het Duits

parat:

parat bijvoeglijk naamwoord

  1. parat
    aus; fertig; beendet; klar; erledigt; geschafft; vollendet; einsatzbereit; parat; bereit
  2. parat
    fertig; einsatzbereit; klar; bereit; parat
  3. parat
    klar; bereit; einsatzbereit; geneigt; parat

Alternatieve synoniemen voor "parat":