Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dehnung (Duits) in het Engels

Dehnung:

Dehnung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Dehnung (Dehnbarkeit; Elastizität)
    the elasticity; the matrix; the grid
    • elasticity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • matrix [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grid [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Dehnung (Spannkraft; Elastizität)
    the elasticity
  3. die Dehnung (Ausdehnung; Streckung; Ausladung)
    the stretching out

Vertaal Matrix voor Dehnung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elasticity Dehnbarkeit; Dehnung; Elastizität; Spannkraft Elastizität
grid Dehnbarkeit; Dehnung; Elastizität Kupplungsnetz; Raster
matrix Dehnbarkeit; Dehnung; Elastizität Druckform; Giessform; Gießform; Gußform; Matrix
stretching out Ausdehnung; Ausladung; Dehnung; Streckung Ausrecken

Synoniemen voor "Dehnung":


Wiktionary: Dehnung

Dehnung
noun
  1. Sportmedizin: das Strecken des Körpers und der Gliedmaßen, um Elastizität zu erreichen
  2. das Dehnen: