Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Krise

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Krise

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Krise:
- economical crises; slump; low economic activity
Wiktionary:
- Krise → crisis
- Krise → crisis, depression, emergency

Duits

Uitgebreide vertaling voor Krise (Duits) in het Engels

Krise:

Krise [die ~] zelfstandig naamwoord

die Krise (niedrige Konjunktur)
the economical crises; the slump; the low economic activity
- economical crises [the ~] zelfstandig naamwoord
- slump [the ~] zelfstandig naamwoord
- low economic activity [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Krise:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
economical crises	Krise; niedrige Konjunktur
low economic activity	Krise; niedrige Konjunktur
slump	Krise; niedrige Konjunktur	Depression; Einsturz; Fall; Schlaffheit; Schlappheit; Unbehagen; Zusammenbruch; Zusammensturz
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slump		abnehmen; einsacken; einsinken; einstürzen; rücklaufen; stark im Wert fallen; stürzen; zusammenbrechen; zusammenfallen; zusammensinken; zusammenstürzen

Synoniemen voor "Krise":

Ausweglosigkeit; Bredouille; Dilemma; Klemme; Krisis; kritische Situation; Malaise; Misere; Not; Notlage; Problemsituation; Sackgasse; Schlamassel; schlimmer Zustand; schwierige Situation; Schwierigkeit; Zwangslage; Befindlichkeit; Konstitution; Stand; Status; Verfassung; Zustand

Wiktionary: Krise

Krise

noun

instabiler Zustand
- Krise → crisis

Krise

noun

point in a drama at which a conflict reaches a peak before being resolved
- crisis → Krise
traumatic or stressful change in a person's life
- crisis → Krise
sudden change in the course of a disease
- crisis → Krise
unstable situation in political, social, economic or military affairs
- crisis → Krise
crucial or decisive point or situation; a turning point
- crisis → Krise

Cross Translation:

From	To	Via
• Krise	→ crisis	↔ crisis — een zware noodsituatie waarbij het functioneren van een stelsel ernstig verstoord raakt
• Krise	→ crisis; depression; emergency	↔ crise — médecine\|fr changement en bien ou en mal qui survient dans le cours d'une maladie et s'annonce par quelques phénomènes particuliers, comme une excrétion abondante, une hémorragie considérable, des sueurs, un dépôt dans les urines, etc.