Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Objekt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Objekt (Duits) in het Engels

Objekt:

Objekt [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Objekt (Gegenstand; Artikel; Ding; )
    the article
    – one of a class of artifacts 1
    • article [the ~] zelfstandig naamwoord
      • an article of clothing1
    the good; the object; the item; the matter; the thing; the gadget
    • good [the ~] zelfstandig naamwoord
    • object [the ~] zelfstandig naamwoord
    • item [the ~] zelfstandig naamwoord
    • matter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • thing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gadget [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Objekt (Problemfall; Fälle; Fall; Geschichte; Scherereien)
    the problematical case; the problem
  3. Objekt
    the indirect object
  4. Objekt
    the object
    – An entity, such as a file, folder, shared folder, printer, or Active Directory object, described by a distinct, named set of attributes. For example, the attributes of a File object include its name, location, and size; the attributes of an Active Directory User object might include the user's first name, last name, and e-mail address. 2
    • object [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. Objekt
    the object
    – In object-oriented programming, an instance of a class. An object comprises data and methods that act on the data, and is treated as a discrete entity. 2
    • object [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. Objekt
    the object
    – A table, chart, graphic, equation, or other form of information. 2
    • object [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. Objekt
    the object
    – A drawing, image, shape, text, or other form of information that has been added to the artboard. 2
    • object [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. Objekt
    the asset
    – An entity that can be added to your project, such as an image file, sound file, movie file, markup file, code file, font file, 3D object, control, style resource, template resource, brush resource, and so on. 2
    • asset [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Objekt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
article Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Artikel; Beitrag; Geschlechtswort; Handelsartikel; Handelsware; Publikation; Veröffentlichung
asset Objekt Aktiva; Anlage; Bestand; Posten; Ressource
gadget Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Gadget; Modeartikel; Neuigkeit; Nippes; Nippsache
good Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Ware
indirect object Objekt
item Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Artikel; Element; Inhalt eines Buches; Outlook-Element; Thema; Thema eines Buches
matter Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Affäre; Angelegenheit; Begebenheit; Eintreten; Ereignis; Frage; Geschehen; Materie; Problem; Sache; Schotter; Split; Steinschlag; Steinschläge; Substanz; Vorfall; Vorgang
object Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Ziel; Zielpunkt; Zielscheibe
problem Fall; Fälle; Geschichte; Objekt; Problemfall; Scherereien Anfrage; Aufgabe; Interpellation; Komplikation; Kompliziertheit; Problem; Schererei; Schwierigkeit
problematical case Fall; Fälle; Geschichte; Objekt; Problemfall; Scherereien Aufgabe; Problem; Schwierigkeit
thing Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
matter absetzen; abstellen; ausmachen; ausschalten
object aufmucken; beanstanden; bestreiten; klagen; leugnen; protestieren; reklamieren; sichbeschweren; verneinen; widersprechen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
good amüsant; angenehm; artig; befähig; behaglich; brav; einverstanden; entzückend; erfreulich; ergötzlich; fabelhaft; fachgerecht; fachkundig; fachmännisch; fein; fähig; gemütlich; geschmackvoll; gesellig; herrlich; in Ordnung; kapabel; kompetent; nett; richtig; sachkundig; sachverständig; schön; sittsam; spaßig; tadellos; toll; vergnüglich; vergnügt; vorbildlich; wohltuend

Synoniemen voor "Objekt":


Wiktionary: Objekt

Objekt
noun
  1. Gegenstand, auf den sich jemand bezieht, auf den das Denken oder Handeln ausgerichtet ist
Objekt
noun
  1. in object-oriented programming
  2. in grammar
  3. thing

Cross Translation:
FromToVia
Objekt object voorwerp — een object, iets dat fysiek bestaat
Objekt object object — voorwerp
Objekt thing; item; stuff; article; object chose — Permet de désigner un objet, une idée, un concept ou une abstraction quelconque, sans avoir à l’identifier ou à le nommer
Objekt object; article; thing; subject objetchose tangible et visible, concrète. Chose perceptible par la vue et le toucher. Chose, dans un sens indéterminé.

Verwante vertalingen van Objekt