Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
Präsens:
-
Wiktionary:
Präsens → present tense, present
Präsens → present tense -
Synoniemen voor "Präsens":
Gegenwart; Gegenwartsform; Tempus; Zeit; Zeitform
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Präsens (Duits) in het Engels
Präsens:
Synoniemen voor "Präsens":
Wiktionary: Präsens
Präsens
Cross Translation:
noun
Präsens
-
Verbform im Präsens [1]
- Präsens → present tense
-
Linguistik: Zeitform, die, aus Sicht des Sprechers, ein Geschehen als gegenwärtig bezeichnet
- Präsens → present
noun
-
form of language
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Präsens | → present tense | ↔ tegenwoordige tijd — taalkunde|nld de aanduiding dat het huidige moment bedoeld wordt |