Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schmach:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schmach (Duits) in het Engels

Schmach:

Schmach [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schmach (Spottrede; Schmährede)
    the gibes; the derision; the taunts; the contumely; the jeery words; the sneering remarks; the diatribe
  2. die Schmach (Verleumdung; Schande; Laster; Lästerung)
    the defamation

Vertaal Matrix voor Schmach:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contumely Schmach; Schmährede; Spottrede
defamation Laster; Lästerung; Schande; Schmach; Verleumdung Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatz; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei; angreifen; antasten
derision Schmach; Schmährede; Spottrede Gejohle; Gespött; Hohn; Hohngelächter; Johlen; Lästerung; Schande; Schmähung; Spott; Verhöhnung; Verleumdung; Verspottung
diatribe Schmach; Schmährede; Spottrede Schmährede
gibes Schmach; Schmährede; Spottrede Seitenhiebe
jeery words Schmach; Schmährede; Spottrede
sneering remarks Schmach; Schmährede; Spottrede
taunts Schmach; Schmährede; Spottrede Hohn; Seitenhiebe

Synoniemen voor "Schmach":


Wiktionary: Schmach

Schmach
noun
  1. erhebliche Beeinträchtigung des Ansehens, durch andere beigebracht
Schmach
noun
  1. Abusive language
  2. that which brings dishonor
  3. state of being dishonored

Cross Translation:
FromToVia
Schmach ignominy; sleaze; phi ignominieinfamie, grand déshonneur.