Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Theater:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. theater:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Theater (Duits) in het Engels

Theater:

Theater [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Theater (Schauspielhaus)
    the theatre; the playhouse; the music hall; the theater
    • theatre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • playhouse [the ~] zelfstandig naamwoord
    • music hall [the ~] zelfstandig naamwoord
    • theater [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  2. Theater (Schauspielhäuser)
    the theatres
    • theatres [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Theater (Komödie; Lustspiel; Auftritt; )
    the comedy
    • comedy [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. Theater (Aufführung; Vorstellung; Vorführung; )
    the performance; the exhibition; the showing; the show; the ceremony
  5. Theater
    the stage
    • stage [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Theater:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ceremony Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie Aufzug; Empfänge; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Festumzug; Fete; Formalität; Förmlichkeit; Höflichkeit; Konvoi; Party; Pracht; Prozession; Stattlichkeit; Umzug; Vierung; Zeremonie
comedy Aufführung; Auftritt; Bühne; Bühnenstück; Drama; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Theater; Theaterstück; Vorstellung Drolligkeit; Komödie; Spaßmacherei; Witzigkeit
exhibition Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie Auslage; Ausstellung; Exposition; Kunstausstellung; Show; Veranstaltung; Vorstellung
music hall Schauspielhaus; Theater Aula; Hörsaal; Varieté
performance Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie Arbeitsleistung; Ausübung; Großtat; Leistung; Theaterabend; Verrichtung; Vollziehung
playhouse Schauspielhaus; Theater Aula; Hörsaal
show Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie Auslage; Ausstellung; Demonstrieren; Exposition; Kunstausstellung; Show; Theaterabend; Veranstaltung; Vorführen; Vorstellung; äußerliche Vorkommen
showing Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie Anweisen; Anzeigen; Vormachen; Zeigen
stage Theater Bühne; Entwicklungfase; Entwicklungsphase; Entwicklungsstufe; Parcours; Phase; Podium; Schaubühne; Stadium; Strecke; Stufe; Workflowphase
theater Schauspielhaus; Theater Aula; Hörsaal
theatre Schauspielhaus; Theater Aula; Hörsaal
theatres Schauspielhäuser; Theater
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
show anweisen; anzeigen; aufklären; aufmerksam machen; aufweisen; aushängen; ausstellen; belegen; benachrichtigen; beweisen; darbieten; darstellen; entschleiern; erleuchten; erweisen; eröffnen; etwas andeuten; etwas zeigen; freigeben; hervor holen; hervor ziehen; hervorbringen; hinweisen; informieren; kundgeben; nachweisen; offenbaren; präsentieren; sehen lassen; signalisieren; vorführen; vorweisen; vorzeigen; zeigen; zeugen von; zum Vorschein bringen; zum Vorschein holen; zur Schau stellen; öffnen
stage bereitstellen; heucheln; in Szene seeeetzen; inszenieren; so tun als ob
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
showing großsprecherisch

Synoniemen voor "Theater":


Wiktionary: Theater

Theater
noun
  1. eine Schauspielstätte
Theater
noun
  1. complex obsolete procedure
  2. place or building
adjective
  1. of or relating to the theatre

Cross Translation:
FromToVia
Theater theatre theater — een uitgaansgelegenheid waar theatervoorstellingen gegeven worden
Theater theatre; theater théâtre — vieux|fr édifice destiné à la représentation.



Engels

Uitgebreide vertaling voor Theater (Engels) in het Duits

theater:

theater [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

  1. the theater (auditorium; auditory; playhouse; music hall; theatre)
    die Aula; der Hörsaal
    • Aula [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hörsaal [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. the theater (playhouse; theatre; music hall)
    Theater; Schauspielhaus

Vertaal Matrix voor theater:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aula auditorium; auditory; music hall; playhouse; theater; theatre audience; audience chamber; auditorium; auditory
Hörsaal auditorium; auditory; music hall; playhouse; theater; theatre audience; audience chamber; auditorium; auditory; lecture hall; lecture room
Schauspielhaus music hall; playhouse; theater; theatre
Theater music hall; playhouse; theater; theatre ceremony; comedy; exhibition; performance; show; showing; stage; theatres
- dramatic art; dramatics; dramaturgy; field; field of operations; house; theater of operations; theatre; theatre of operations

Synoniemen voor "theater":


Verwante definities voor "theater":

  1. a building where theatrical performances or motion-picture shows can be presented1
  2. the art of writing and producing plays1
  3. a region in which active military operations are in progress1
    • he served in the Vietnam theater for three years1

Wiktionary: theater

theater
noun
  1. place or building
theater
noun
  1. eine Schauspielstätte
  2. Ort, an dem militärische Kampfhandlungen stattfinden
  3. Erhöhung zur Aufführung von Theater- oder Musikstücken

Cross Translation:
FromToVia
theater Theater théâtre — vieux|fr édifice destiné à la représentation.

Verwante vertalingen van Theater