Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Zwischenfall:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zwischenfall (Duits) in het Engels

Zwischenfall:

Zwischenfall [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zwischenfall
    the incident; the event; the happening; the history
    • incident [the ~] zelfstandig naamwoord
    • event [the ~] zelfstandig naamwoord
    • happening [the ~] zelfstandig naamwoord
    • history [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Zwischenfall (Fall; Vorfall; Vorgang)
    the case
    • case [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zwischenfall:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
case Fall; Vorfall; Vorgang; Zwischenfall Affäre; Anfrage; Angelegenheit; Behälter; Büchse; Etui; Fall; Frage; Gehäuse; Gerichtsverfahren; Hülse; Kasus; Kiste; Kästchen; Köcher; Lade; Mäppchen; Problem; Prozeß; Rechtsfall; Rechtsverfahren; Sache; Schubfach; Schublade; Streitfrage; Verfahren; Vertrag
event Zwischenfall Begebenheit; Eintreten; Ereignis; Geschehen; Programmereignis; Vorfall; Vorgang
happening Zwischenfall Show; Stattfinden; Veranstaltung; Vorstellung
history Zwischenfall Ereignis; Geschehen; Geschichte; Geschichtswissenschaft; Verlauf; Vorgeschichte
incident Zwischenfall Vorfall
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
history Versionsgeschichte

Synoniemen voor "Zwischenfall":


Wiktionary: Zwischenfall

Zwischenfall
noun
  1. ein unvorhergesehenes, störendes Ereignis
Zwischenfall
noun
  1. an unforeseen or embarrassing event