Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. denken:
  2. Denken:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor denken (Duits) in het Engels

denken:

denken werkwoord (denke, denkst, denkt, dachte, dachtet, gedacht)

  1. denken (glauben; annehmen; schätzen)
    to believe; to believe in
    • believe werkwoord (believes, believed, believing)
    • believe in werkwoord (believes in, believed in, believing in)
  2. denken (voraussetzen; annehmen; schätzen; glauben)
    to presume
    • presume werkwoord (presumes, presumed, presuming)
  3. denken (überdenken)
    to consider; to weigh up
    • consider werkwoord (considers, considered, considering)
    • weigh up werkwoord (weighs up, weighed up, weighing up)
  4. denken
    to think
    – ponder; reflect on, or reason about 1
    • think werkwoord (thinks, thought, thinking)

Conjugations for denken:

Präsens
  1. denke
  2. denkst
  3. denkt
  4. denken
  5. denkt
  6. denken
Imperfekt
  1. dachte
  2. dachtest
  3. dachte
  4. dachten
  5. dachtet
  6. dachten
Perfekt
  1. habe gedacht
  2. hast gedacht
  3. hat gedacht
  4. haben gedacht
  5. habt gedacht
  6. haben gedacht
1. Konjunktiv [1]
  1. denke
  2. denkest
  3. denke
  4. denken
  5. denket
  6. denken
2. Konjunktiv
  1. dächte
  2. dächtest
  3. dächte
  4. dächten
  5. dächtet
  6. dächten
Futur 1
  1. werde denken
  2. wirst denken
  3. wird denken
  4. werden denken
  5. werdet denken
  6. werden denken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde denken
  2. würdest denken
  3. würde denken
  4. würden denken
  5. würdet denken
  6. würden denken
Diverses
  1. denk!
  2. denkt!
  3. denken Sie!
  4. gedacht
  5. denkend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor denken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
believe annehmen; denken; glauben; schätzen
believe in annehmen; denken; glauben; schätzen
consider denken; überdenken Sitzung halten; abwägen; achten; ausmachen; aussetzen; bedenken; beraten; beratschlagen; beschauen; bestimmen; betrachten; eine Versammlung abhalten; einen der Schlag treffen können; empfehlen; ermessen; ernennen; erwägen; grübeln; gucken; halten für; im Auge haben; konferieren; nachdenken; raten; reflektieren; schätzen; sich beraten; sichberaten; sinnen; spekulieren; tagen; taxieren; veranschlagen; verschonen; vorbringen; vorschlagen; vortragen; überdenken; überlegen; überschlagen
presume annehmen; denken; glauben; schätzen; voraussetzen Vermutung anstellen; annehmen; davon ausgehen; glauben; mutmaßen; postulieren; schätzen; vermuten
think denken einfühlen; einleben; fühlen; grübeln; mitleben; nachdenken; sinnen; überlegen
weigh up denken; überdenken

Synoniemen voor "denken":


Wiktionary: denken

denken
  1. seine Gedanken auf etwas/jemand richten
verb
  1. (intransitiv) geistig tätig sein
denken
verb
  1. transitive: to think or believe
  2. communicate to oneself in one’s mind
  3. be of the opinion that
  4. guess, reckon

Cross Translation:
FromToVia
denken think denken — een oplossing zoeken
denken juggle; think jongler — jonglerie|fr Faire sauter plusieurs boules ou autres objets, qui s’entrecroiser en passant d’une main, voire d’un pied, dans l’autre.
denken think penserexercer l’activité de l’esprit ; accomplir quelque opération de l’intelligence ; concevoir ; imaginer ; réfléchir.

Denken:

Denken [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Denken
    the thinking
    • thinking [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Denken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
thinking Denken Kopfarbeit

Verwante vertalingen van denken