Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. konstatieren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor konstatieren (Duits) in het Engels

konstatieren:

konstatieren werkwoord (konstatiere, konstatierst, konstatiert, konstatierte, konstatiertet, konstatiert)

  1. konstatieren (feststellen; bestätigen; festlegen; identifizieren)
    to establish
    – establish the validity of something, as by an example, explanation or experiment 1
    • establish werkwoord (establishes, established, establishing)
    to ascertain; to identify
    • ascertain werkwoord (ascertains, ascertained, ascertaining)
    • identify werkwoord (identifies, indentified, identifying)
  2. konstatieren (demonstrieren; behaupten; feststellen; )
    to assert; to contend; to demonstrate
    • assert werkwoord (asserts, asserted, asserting)
    • contend werkwoord (contends, contended, contending)
    • demonstrate werkwoord (demonstrates, demonstrated, demonstrating)

Conjugations for konstatieren:

Präsens
  1. konstatiere
  2. konstatierst
  3. konstatiert
  4. konstatieren
  5. konstatiert
  6. konstatieren
Imperfekt
  1. konstatierte
  2. konstatiertest
  3. konstatierte
  4. konstatierten
  5. konstatiertet
  6. konstatierten
Perfekt
  1. habe konstatiert
  2. hast konstatiert
  3. hat konstatiert
  4. haben konstatiert
  5. habt konstatiert
  6. haben konstatiert
1. Konjunktiv [1]
  1. konstatiere
  2. konstatierest
  3. konstatiere
  4. konstatieren
  5. konstatieret
  6. konstatieren
2. Konjunktiv
  1. konstatierte
  2. konstatiertest
  3. konstatierte
  4. konstatierten
  5. konstatiertet
  6. konstatierten
Futur 1
  1. werde konstatieren
  2. wirst konstatieren
  3. wird konstatieren
  4. werden konstatieren
  5. werdet konstatieren
  6. werden konstatieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde konstatieren
  2. würdest konstatieren
  3. würde konstatieren
  4. würden konstatieren
  5. würdet konstatieren
  6. würden konstatieren
Diverses
  1. konstatier!
  2. konstatiert!
  3. konstatieren Sie!
  4. konstatiert
  5. konstatierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor konstatieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assert Angeben; behauptung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ascertain bestätigen; festlegen; feststellen; identifizieren; konstatieren garantieren
assert annehmen; aufstellen; behaupten; demonstrieren; eineKundgebungabhalten; eineKundgebunghalten; feststellen; konstatieren
contend annehmen; aufstellen; behaupten; demonstrieren; eineKundgebungabhalten; eineKundgebunghalten; feststellen; konstatieren
demonstrate annehmen; aufstellen; behaupten; demonstrieren; eineKundgebungabhalten; eineKundgebunghalten; feststellen; konstatieren anschaulich machen; aufzeigen; belegen; beweisen; eineKundgebungabhalten; eineKundgebunghalten; entschleiern; erleuchten; erweisen; eröffnen; freigeben; hervorbringen; kundgeben; nachweisen; offenbaren; veranschaulichen; vorführen; vorweisen; vorzeigen; öffnen
establish bestätigen; festlegen; feststellen; identifizieren; konstatieren aufbauen; aufführen; aufheben; aufrichten; aufrücken; aufsetzen; aufstellen; aufziehen; ausmachen; bauen; bedingen; begründen; besiedeln; bestimmen; bestätigen; determinieren; einsetzen; einstellen; erbauen; erheben; errichten; etablieren; festlegen; festmachen; festsetzen; feststellen; gründen; hissen; kolonisieren; konstruieren; setzen; starten; steigen; urbarmachen; wallen
identify bestätigen; festlegen; feststellen; identifizieren; konstatieren anordnen; ausmachen; ausweisen; bedingen; bestimmen; bestätigen; determinieren; festlegen; festmachen; festsetzen; feststellen; identifizieren; legitimieren; sich mit etwas identifizieren; wiedererkennen

Synoniemen voor "konstatieren":


Wiktionary: konstatieren

konstatieren
verb
  1. eine Tatsache feststellen, bemerken

Cross Translation:
FromToVia
konstatieren establish; ascertain constateren — vaststellen
konstatieren establish; ascertain constater — Établir pour réel.