Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. massiv:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor massiv (Duits) in het Engels

massiv:

massiv bijvoeglijk naamwoord

  1. massiv (robust; schwer; hart; )
    massive; robust; burly; heavily built; sturdy

Vertaal Matrix voor massiv:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burly forsch; hart; klotzig; kräftig; massiv; robust; schwer; stabil; stark; stramm; stämmig kräftig; robust; stark; stattlich; stämmig
massive forsch; hart; klotzig; kräftig; massiv; robust; schwer; stabil; stark; stramm; stämmig dick; heftig; intensiv; korpulent; kräftig gebaut; massig; nicht einfach
robust forsch; hart; klotzig; kräftig; massiv; robust; schwer; stabil; stark; stramm; stämmig anständig; drastisch; durchgreifend; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; forsch; kraftvoll; kräftig; ordentlich; robust; stark; stattlich; stramm; stämmig; tapfer; tatkräftig; tüchtig
sturdy forsch; hart; klotzig; kräftig; massiv; robust; schwer; stabil; stark; stramm; stämmig derb; eisern; forsch; gediegen; groß; kraftvoll; kräftig; kräftige; robust; solide; stabil; stark; stattlich; stämmig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heavily built forsch; hart; klotzig; kräftig; massiv; robust; schwer; stabil; stark; stramm; stämmig dick; korpulent; kräftig gebaut

Synoniemen voor "massiv":


Wiktionary: massiv

massiv
adjective
  1. fest und kompakt wirkend
  2. in Bezug auf unangenehme Dinge: sehr heftig
massiv
adjective
  1. massive
  2. large, massive

Cross Translation:
FromToVia
massiv massive massif — de masse, gros