Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zustopfen:
  2. Zustopfen:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zustopfen (Duits) in het Engels

zustopfen:

zustopfen werkwoord

  1. zustopfen (zustecken)
    to tuck in; to tuck up
    • tuck in werkwoord (tucks in, tucked in, tucking in)
    • tuck up werkwoord (tucks up, tucked up, tucking up)

Vertaal Matrix voor zustopfen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tuck in zustecken; zustopfen hineinstecken; hineinstopfen; schleckern; schlemmen; schmausen; zudecken
tuck up zustecken; zustopfen

Wiktionary: zustopfen


Cross Translation:
FromToVia
zustopfen block; clog; stop up; choke; congest; fill; plug; stuff; tamp; stop; stopper boucher — Traductions à trier suivant le sens

Zustopfen:

Zustopfen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Zustopfen (Stopfen)
    the plugging; the stopping

Vertaal Matrix voor Zustopfen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plugging Stopfen; Zustopfen
stopping Stopfen; Zustopfen Abhalten; Aufhören; Ausscheiden; Füllsel; Füllstoff; Füllung; Hindern; Verschweigen; stil halten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stopping stoppen