Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Abberufung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abberufung (Duits) in het Engels

Abberufung:

Abberufung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Abberufung (Denkwürdigkeit; Erinnerung; Mahnung; Denkschrift)
    the remembrance; the memory; the recollection
  2. die Abberufung
    the recall
    • recall [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abberufung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
memory Abberufung; Denkschrift; Denkwürdigkeit; Erinnerung; Mahnung Andenken; Arbeitsspeicher; Denkschrift; Erinnerung; Erinnerungsvermögen; Errinerung; Gedächtnis; Memorandum; Souvenirs; Speicher; temporärer Speicher
recall Abberufung Abruf; Erinnern; Mahnen; Zurückrufen
recollection Abberufung; Denkschrift; Denkwürdigkeit; Erinnerung; Mahnung Andenken; Denkschrift; Erinnerung; Erinnerungsvermögen; Errinerung; Gedächtnis; Memorandum; Souvenirs
remembrance Abberufung; Denkschrift; Denkwürdigkeit; Erinnerung; Mahnung Andenken; Denkschrift; Erinnerung; Erinnerungsvermögen; Errinerung; Gedächtnis; Memorandum; Souvenirs
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recall sich zurückziehen; widerrufen; zurücknehmen; zurückrufen; zurückziehen

Synoniemen voor "Abberufung":


Wiktionary: Abberufung

Abberufung
noun
  1. Die Enthebung einer Person von seinem Amt, seiner Funktion oder seiner Tätigkeit.