Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Angriffsspieler:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Angriffsspieler (Duits) in het Engels

Angriffsspieler:

Angriffsspieler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Angriffsspieler (Stürmer)
    the forward; the striker; the attacker
    • forward [the ~] zelfstandig naamwoord
    • striker [the ~] zelfstandig naamwoord
    • attacker [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Angriffsspieler (Angreifer; Stürmer)
    the assaulter; the violater

Angriffsspieler [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Angriffsspieler
    the attackers

Vertaal Matrix voor Angriffsspieler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assaulter Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer
attacker Angriffsspieler; Stürmer Angreifer; überfaller
attackers Angriffsspieler
forward Angriffsspieler; Stürmer
striker Angriffsspieler; Stürmer Ausständige; Streikende
violater Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forward früher ausführen als geplant; jemand etwas zuschicken; nachschicken; nachsenden; verfrühen; vorverlegen; vorziehen; weiterleiten; weiterschicken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forward ansprechbar; fort; fortgeschritten; fortschrittlich; futsch; progressiv; verschwunden; vorwaerts; weg; wohlerzogen; zugänglich; zuvorkommend