Duits

Uitgebreide vertaling voor Anziehen (Duits) in het Engels

Anziehen:

Anziehen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anziehen (Ankleiden; Anlegen)
    the clothing; the attiring; the dressing
  2. Anziehen
    the acceleration
  3. Anziehen (Strackziehen; Ruck)
    the pull
    • pull [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. Anziehen (fester Andrehen)
    the screwing home; the screwing down; the screwing tighter

Vertaal Matrix voor Anziehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acceleration Anziehen Beschleunigung; Gang; Schalteinrichtung
attiring Ankleiden; Anlegen; Anziehen
clothing Ankleiden; Anlegen; Anziehen Anzug; Ausstaffierung; Ausstattung; Bekleidung; Kleid; Kleider; Kleidung; Kostüm; Smoking; Uniform; Zeug
dressing Ankleiden; Anlegen; Anziehen
pull Anziehen; Ruck; Strackziehen Pull ausführen; Zug von eine Zigarette
screwing down Anziehen; fester Andrehen Andrehen; Anschrauben; Zuschrauben
screwing home Anziehen; fester Andrehen Andrehen; Anschrauben; Zuschrauben
screwing tighter Anziehen; fester Andrehen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pull dahinziehen; fortziehen; masturbieren; mithilfe von Pull übertragen; reißen; schleppen; treideln; weiterziehen; zerren; ziehen

Verwante vertalingen van Anziehen