Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Ausscheidung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausscheidung (Duits) in het Engels

Ausscheidung:

Ausscheidung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausscheidung (Kacke; Pup; Schmutz; )
    the shit; the droppings; the turd; the crap; the dirt
    • shit [the ~] zelfstandig naamwoord !
    • droppings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • turd [the ~] zelfstandig naamwoord
    • crap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirt [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Ausscheidung (Eiter)
    the septum
    • septum [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Ausscheidung (Austritt; Kündigung)
    the resignation; the leaving; the retire

Vertaal Matrix voor Ausscheidung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crap Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Ausscheidungen; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot
dirt Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Dreck; Dreckigkeit; Fettigkeit; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei
droppings Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Ausscheidungen; Bolus; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Häufchen; Kacke; Kot
leaving Ausscheidung; Austritt; Kündigung Abfahrt; Abreise; Fortgehen; Gehen; Verlassen; Verschwinden; Weg gehen; abfahren; abreisen; von etwas Absehen
resignation Ausscheidung; Austritt; Kündigung Absage; Abtreten; Antrag auf Entlassung; Antrag auf Kündigung; Aufgabe; Entlassungsersuchen; Kündigung; Kündigungsanfrage; Resignation
retire Ausscheidung; Austritt; Kündigung
septum Ausscheidung; Eiter Vernichtigung; Vertilgung; Zwischenmauer
shit Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Ausscheidungen; Dreck; Dreckskerl; Dung; Dünger; Exkremente; Fäkalien; Grobian; Halunke; Jauche; Kacke; Kot; Lump; Mist; Scheiße; Schuft; Schurke
turd Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz Bolus; Häufchen; Kot; Kothaufen; Scheiße; Scheißkerl
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
retire aus dem Amt scheiden; aus dem amt treten; ausscheiden; austreten; fortgehen; in den Ruhestand versetzen; pensionieren; sichzurückziehen; weggehen
shit kacken; scheißen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shit scheiße; verdammt; verdammtnochmal

Synoniemen voor "Ausscheidung":