Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Bad:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bad (Duits) in het Engels

Bad:

Bad [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Bad (Badezimmer)
    the bathroom
    • bathroom [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bathroom Bad; Badezimmer Duschraum; Toilette; WC

Synoniemen voor "Bad":


Wiktionary: Bad

Bad
noun
  1. verkürzt für: Badeanstalt, Badestrand, Hallenbad, Schwimmbad
  2. verkürzt für: Badezimmer, Badestube, Badehaus
  3. eine Flüssigkeit, in die ein Gegenstand zu einer, meist chemischen, Behandlung getaucht wird
  4. der Vorgang des baden, der Aufenthalt in Wasser, Licht, Luft zum Vergnügen, zur Heilung oder zur Reinigung
Bad
noun
  1. a room containing a bath where one can bathe
  2. a building with baths for communal use
  3. act of bathing
  4. room
  5. spa

Cross Translation:
FromToVia
Bad bath bainaction de baigner ou de se baigner.
Bad swimming pool; pool; swimming bath; bathroom piscine — natation|fr En référence aux coutumes de l’époque de la Rome antique, bassin où l’on se baigner en commun et en toute saison.