Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bautechnik (Duits) in het Engels

Bautechnik:

Bautechnik [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bautechnik (Baukunde)
    the building engineering; the architecture
  2. die Bautechnik (Architektur; Baukunst)
    the architecture; the composition
  3. die Bautechnik (Konstruktionstechnik; Baukunst)
    the constuction technique; the architecture
  4. die Bautechnik

Vertaal Matrix voor Bautechnik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
architecture Architektur; Baukunde; Baukunst; Bautechnik; Konstruktionstechnik Baukunst
building engineering Baukunde; Bautechnik
composition Architektur; Baukunst; Bautechnik Aufbau; Aufsatz; Bau; Bauart; Bedeutung; Bericht; Erbauung; Errichtung; Gestaltung; Gutachten; Inhalt; Kombination; Komposition; Konstruktion; Sinn; Struktur; Unterteile; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammensetzung; Zusammenstellung; gerichtliches Vergleichsverfahren; innere Aufbau
constuction technique Baukunst; Bautechnik; Konstruktionstechnik
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
building technique Bautechnik

Wiktionary: Bautechnik

Bautechnik
noun
  1. Gesamtheit aller technisch-konstruktiven Aspekte des Hoch- und Tiefbaus