Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Beschuldigung (Duits) in het Engels

Beschuldigung:

Beschuldigung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Beschuldigung (Anklage; Anschuldigung)
    the accusation; the allegation; the insinuation; the imputation
  2. die Beschuldigung (Anspielung; Unterstellung)
    the allusion; the insinuation; the innuendo; the hint; the accusation; the a charge against

Vertaal Matrix voor Beschuldigung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a charge against Anspielung; Beschuldigung; Unterstellung
accusation Anklage; Anschuldigung; Anspielung; Beschuldigung; Unterstellung Anklage; Anschuldigung
allegation Anklage; Anschuldigung; Beschuldigung Beleg; Bescheinigung; Beweis
allusion Anspielung; Beschuldigung; Unterstellung Anspielung; Fingerzeig; Hinweis; Tip; Wink
hint Anspielung; Beschuldigung; Unterstellung Anflug; Anspielung; Anstrich; Fingerzeig; Hinweis; Indiz; Schimmer; Spur; Stichwort; Tip; Verweisung; Wink; klein Bischen
imputation Anklage; Anschuldigung; Beschuldigung Verdächtigung; angreifen; antasten
innuendo Anspielung; Beschuldigung; Unterstellung Anspielung; Fingerzeig; Hinweis; Tip; Wink
insinuation Anklage; Anschuldigung; Anspielung; Beschuldigung; Unterstellung Anklage; Anschuldigung; Verdächtigung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hint durchscheinen; durchschimmern

Synoniemen voor "Beschuldigung":


Wiktionary: Beschuldigung

Beschuldigung
noun
  1. act of accusing or charging with a crime

Cross Translation:
FromToVia
Beschuldigung charge; imputation; accusation beschuldiging — het aangeven dat iemand iets moreel of gerechtelijk verkeerds heeft gedaan
Beschuldigung accusation; charge; complaint; indictment; accusal; blame; denunciation; allegation accusationaction en justice par laquelle on accuser quelqu’un.
Beschuldigung grievance; lament; accusation; charge; indictment; accusal; blame; denunciation; allegation plainte — Traductions à trier suivant le sens