Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Einkleidung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Einkleidung (Duits) in het Engels

Einkleidung:

Einkleidung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Einkleidung (Abzeichen; Ehrenzeichen; Gestaltung; )
    the mark; the decoration; the insignia; the badge
    • mark [the ~] zelfstandig naamwoord
    • decoration [the ~] zelfstandig naamwoord
    • insignia [the ~] zelfstandig naamwoord
    • badge [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Einkleidung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
badge Abzeichen; Auszeichnung; Dekoration; Ehrenzeichen; Einkleidung; Einrichtung; Erkennen; Formgebung; Gestaltung; Orden; Unterscheidung; Unterscheidungsmerkmal Abzeichen; Anstecknadel; Erkennungsmarke; Gulden; Haarnadel; Marke; Münze; Nadel; Orden; Ordenszeichen; Pfennig; Pin; Spange; Stecknadel; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheidungszeichen; Unterscheinungszeichen; Zeichen; kleine Nadel
decoration Abzeichen; Auszeichnung; Dekoration; Ehrenzeichen; Einkleidung; Einrichtung; Erkennen; Formgebung; Gestaltung; Orden; Unterscheidung; Unterscheidungsmerkmal Anstecknadel; Aufscchmuck; Ausschmückung; Ausstattung; Dekoration; Einrichtung; Haarnadel; Orden; Ordenszeichen; Putz; Schmuck; Stecknadel; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheidungszeichen; Unterscheinungszeichen; Verzierung; Zeichen
insignia Abzeichen; Auszeichnung; Dekoration; Ehrenzeichen; Einkleidung; Einrichtung; Erkennen; Formgebung; Gestaltung; Orden; Unterscheidung; Unterscheidungsmerkmal Abzeichen; Anstecknadel; Haarnadel; Ordenszeichen; Stecknadel
mark Abzeichen; Auszeichnung; Dekoration; Ehrenzeichen; Einkleidung; Einrichtung; Erkennen; Formgebung; Gestaltung; Orden; Unterscheidung; Unterscheidungsmerkmal Abzeichen; Beurteilung; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Narbe; Note; Ringscheibe; Schießscheibe; Schmarre; Schmiß; Schulnote; Vermerk; Zahl; Zensur; Zielscheibe; Ziffer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mark abzeichnen; ankreuzen; anmerken; anstreichen; beschreiben; bezeichnen; brandmarken; charakterisieren; einbrennen; kennzeichnen; markieren; merken; stempeln; stigmatisieren; unterstreichen; zeichnen