Duits

Uitgebreide vertaling voor Fäule (Duits) in het Engels

Fäule:

Fäule [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Fäule (Flechte; Ausschlag; Ergebnis; )
    the skin eruption
  2. die Fäule (Verwesung; Abstieg; Rückgang; )
    the deterioration; the putrefaction; the decay; the rotting
  3. die Fäule (Fäulnis; Ranzigkeit)
    the hollowness; the rottenness; the sponginess; the rancidness

Vertaal Matrix voor Fäule:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decay Abstieg; Fäule; Rückgang; Schimmel; Verderb; Verfall; Verluderung; Verschlechterung; Verwesung Entartung; Entstellung
deterioration Abstieg; Fäule; Rückgang; Schimmel; Verderb; Verfall; Verluderung; Verschlechterung; Verwesung Abfaulen; Degeneration; Entartung; Entstellung; Verderb; Verfall; Verluderung; Verschlechterung
hollowness Fäule; Fäulnis; Ranzigkeit Dünne; Hagerkeit; Hohlheit; Magerheit; Magerkeit
putrefaction Abstieg; Fäule; Rückgang; Schimmel; Verderb; Verfall; Verluderung; Verschlechterung; Verwesung
rancidness Fäule; Fäulnis; Ranzigkeit
rottenness Fäule; Fäulnis; Ranzigkeit Menstruation; Periode; Regel; Unpäßlichkeit; Unwohlsein
rotting Abstieg; Fäule; Rückgang; Schimmel; Verderb; Verfall; Verluderung; Verschlechterung; Verwesung Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung
skin eruption Ackerkrume; Ausschlag; Endergebnis; Erfolg; Ergebnis; Flechte; Fäule; Grieben; Juckflechte; Meltau; Müll; Pflanzenerde; Resultat; Schimmel; Schimmelpilze; Torfmull; Zielscheibe
sponginess Fäule; Fäulnis; Ranzigkeit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decay abfaulen; ausfaulen; baufällig werden; faulen; verfallen; verfaulen; vergehen; verkommen; wegfaulen; zerfallen; zusammenfallen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rotting faulend; morsch; verfaulend; vergammelnd; verrottend

Synoniemen voor "Fäule":