Duits
Uitgebreide vertaling voor Gehhilfe (Duits) in het Engels
Gehhilfe:
-
die Gehhilfe
Vertaal Matrix voor Gehhilfe:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| handle | Gehhilfe | Griff; Handgriff; Handle; Henkel; Ohr; Stiel; Tassenohr; Türgriff; Ziehpunkt |
| stem | Gehhilfe | Bug; Fühler; Halm; Stamm; Stammform; Stammwort; Steven; Tastorgan; Vordersteven; Wurzelwort |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| handle | abfertigen; abhandeln; anwenden; auktionieren; begegnen; behandeln; benutzen; einklarieren; einsetzen; feilbieten; gebrauchen; handeln; handhaben; hantieren; verhandeln; verkaufen; vertreiben; verwenden; veräußern | |
| stem | anhalten; aufhören; behindern; bremsen; entgegenarbeiten; entgegenwirken; hintertreiben; konterkarieren; stoppen |