Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Hausadresse:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hausadresse (Duits) in het Engels

Hausadresse:

Hausadresse [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Hausadresse (Anschrift; Adresse)
    the address; the addressing
  2. die Hausadresse (Privatadresse)
    the home address

Vertaal Matrix voor Hausadresse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
address Adresse; Anschrift; Hausadresse Adresse; Ansprache; E-Mail-Adresse; Internet-E-Mail-Adresse; Konzert; Lesung; Rede; Wohnort; Wohnplatz; Wohnsitz
addressing Adresse; Anschrift; Hausadresse Anreden; Ansprache halten; Ansprechen
home address Hausadresse; Privatadresse Privatadresse
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
address adressieren; ausschicken; einweisen; führen; geleiten; herüberschicken; hinweisen; hinüberschicken; leiten; lenken; schicken; senden; verweisen; weisen; überweisen