Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Hockeyschläger:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hockeyschläger (Duits) in het Engels

Hockeyschläger:

Hockeyschläger [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Hockeyschläger
    the hockey stick; the stick

Vertaal Matrix voor Hockeyschläger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hockey stick Hockeyschläger
stick Hockeyschläger Knüppel; Reis; Schacht; Schaft; Schaltknüppel; Schlagholz; Stab; Stamm; Stange; Stock; junger Zweig
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stick anbacken; ankleben; anleimen; aufsitzen; aussetzen; festfahren; festkleben; festsitzen; gleichbleibend; grapschen; haften; hapern; heften; hängenbleiben; in Nöten sein; kleben; klemmen; krallen; leimen; stagnieren; stocken; wegkappern; zusammenkleben

Wiktionary: Hockeyschläger

Hockeyschläger
noun
  1. instrument used in field hockey
  2. instrument used in ice hockey