Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Laufzeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Laufzeit (Duits) in het Engels

Laufzeit:

Laufzeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Laufzeit (Lauffrist)
    the running time; the duration; the term; the period
    • running time [the ~] zelfstandig naamwoord
    • duration [the ~] zelfstandig naamwoord
    • term [the ~] zelfstandig naamwoord
    • period [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Laufzeit
    the run time
    – The time during which an application is running. During run time, you can interact with an application. 1
    • run time [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Laufzeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duration Lauffrist; Laufzeit Dauer; Fortdauern; Länge; Zeitspanne; lange Dauer
period Lauffrist; Laufzeit Abschnitt; Epoche; Frist; Menstruation; Periode; Spanne; Termin; Unwohlsein; Zeit; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit
run time Laufzeit Bearbeitungszeit
running time Lauffrist; Laufzeit
term Lauffrist; Laufzeit Abschnitt; Aufstellung; Ausdruck; Bedingung; Benennung; Bezeichnung; Ernennung; Formulierung; Periode; Redensart; Redewendung; Schulzeit; Spanne; Sprichwort; Termin; Voraussetzung; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
term benennen; ernennen; nennen

Synoniemen voor "Laufzeit":


Wiktionary: Laufzeit

Laufzeit
noun
  1. Betriebszeit, Lebenszeit einer Maschine
  2. Zoologie: Brunstzeit
  3. Informatik: Zeitspanne, während der ein Programm von einem Rechner ausgeführt wird, auch der Zeitpunkt, zu dem ein Programm ausgeführt wird
  4. Gültigkeitsdauer eines Gesetzes, Tarifs, einer Verordnung
  5. Bankwesen: Dauer eines Darlehens
  6. Dauer eines Angebotes
  7. verbrauchte Zeit für eine Strecke
Laufzeit
noun
  1. time during which a program is executing
  2. -