Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nachtrag (Duits) in het Engels

Nachtrag:

Nachtrag [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Nachtrag (Zusatz; Anfüllung; Ergänzung; )
    the addition; the appendix; the addendum; the supplement; the affix; the appendage; the extra
    • addition [the ~] zelfstandig naamwoord
    • appendix [the ~] zelfstandig naamwoord
    • addendum [the ~] zelfstandig naamwoord
    • supplement [the ~] zelfstandig naamwoord
    • affix [the ~] zelfstandig naamwoord
    • appendage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • extra [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Nachtrag (Ergänzung; Erweiterung)
    the completion; the replenishment; the supplement; the fill up; the new supply
  3. der Nachtrag (Ergänzung; Vollendung; Beendung; Fertigstellung)
    the completion; the fill up; the finishing

Vertaal Matrix voor Nachtrag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
addendum Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz
addition Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz Addieren; Addierung; Addition; Additiv; Anbau; Anfügung; Anwachsen; Anwuchs; Aufzählung; Ausbau; Beifügung; Beiordnung; Erweiterung; Hinzufügung; Summe; Vergrößerung; Vermehrung; Vorbau; Zufügung; Zusammenzählung; Zusatz; Zuzählung; Zählung
affix Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz
appendage Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz
appendix Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz Anlage; Appendix; Beilage; Bilnddarm
completion Beendung; Ergänzung; Erweiterung; Fertigstellung; Nachtrag; Vollendung Abschluß; Einigung; Erledigung; Fertigstellung; Vollendung
extra Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz Figurant; Statist; Statistin; Zugabe
fill up Beendung; Ergänzung; Erweiterung; Fertigstellung; Nachtrag; Vollendung
finishing Beendung; Ergänzung; Fertigstellung; Nachtrag; Vollendung Abbauen; Absolvieren; Ausschaltung; Erledigung; Liquidierung; Schlachten; Vollenden
new supply Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag
replenishment Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag Füllung
supplement Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz Anlage; Beilage; Ergänzung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affix anbinden; anheften; ankleben; aufkleben; befestigen; beglaubigen; festhaken; festheften; festkleben; festmachen; heften; klammern
fill up Löcher stopfen; anfüllen; auffüllen; auftanken; ausfüllen; beifüllen; flicken; füllen; komplettieren; nachfüllen; nachschütten; nachtanken; stopfen; tanken; vervollständigen; vollgießen; zuschütten; zuwerfen
supplement supplieren
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extra beigefügt; beigeordnet; extra

Synoniemen voor "Nachtrag":


Wiktionary: Nachtrag

Nachtrag
noun
  1. allgemein: Ergänzung zu einem an sich bereits abgeschlossenen Text
Nachtrag
noun
  1. Something to be added
  2. extension to a document or publication

Cross Translation:
FromToVia
Nachtrag additive; add-on additifchose ajoutée, complément, supplément.