Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Preisnachlaß:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Preisnachlaß (Duits) in het Engels

Preisnachlaß:

Preisnachlaß [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Preisnachlaß (Ermäßigung; Reduktion; Reduzierung; Herabsetzung)
    the discount; the deduction; the rebate; the cut
    • discount [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deduction [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rebate [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cut [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Preisnachlaß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cut Ermäßigung; Herabsetzung; Preisnachlaß; Reduktion; Reduzierung Abschnitt; Abzug; Beschneidung; Einkerbung; Einschnitt; Einsparung; Herabsetzung; Kerbe; Kerbung; Kostenersparnis; Kürzung; Preisreduzierung; Rückgang; Scheibe; Schneide; Schneiden; Schnitt; Schnittchen; Schnitte; Schnittwunde; Schnittwündchen; Schrumpfung; Schändung; Senkung; Verminderung; Verringerung
deduction Ermäßigung; Herabsetzung; Preisnachlaß; Reduktion; Reduzierung Abfolgern; Abzug; Herabsetzung; Reduktion; Reduzierung
discount Ermäßigung; Herabsetzung; Preisnachlaß; Reduktion; Reduzierung Abzug; Baisse; Discountladen; Discountläden; Discountmarkt; Ermäßigung; Herabsetzung; Konjunkturrückgang; Nachlaß; Preissenkung; Rabatt; Reduktion; Reduzierung; Rezession; Skonto
rebate Ermäßigung; Herabsetzung; Preisnachlaß; Reduktion; Reduzierung Abzug; Baisse; Ermäßigung; Herabsetzung; Konjunkturrückgang; Nachlaß; Preissenkung; Rabatt; Reduktion; Reduzierung; Rezession; Skonto
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cut abschneiden; aufs Tapet bringen; ausschneiden; bersten; durchhauen; durchschneiden; einkerben; einschneiden; einstechen; knipsen; kürzen; schlagen; schneiden; schnipsen; schnitzen; spalten; spleißen; splissen; spritzen; stechen; stecken; sticheln; strecken; streichen; stutzen; teilen; verletzen; zur Sprache bringen
discount diskontieren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cut geschnitten; pur; rein; sauber