Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Regen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Regen (Duits) in het Engels

Regen:

Regen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Regen
    the rain
    – water falling in drops from vapor condensed in the atmosphere 1
    • rain [the ~] zelfstandig naamwoord
    the sediment
    • sediment [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Regen (Regenschauer; Wolkenbruch; Platzregen; Regenguß)
    the downpour; the shower
    • downpour [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shower [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Regen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
downpour Platzregen; Regen; Regenguß; Regenschauer; Wolkenbruch Gießen; Regenguß; Regenschauer; Schlagregen; Wolkenbruch
rain Regen
sediment Regen Ablagerung; Bodensatz; Bodensätze; Hefe; Kaffeesatz; Niederschlag; Rest; Restbestand; Schlacke; Schlamm; Sätze; Überbleibsel
shower Platzregen; Regen; Regenguß; Regenschauer; Wolkenbruch Brause; Brausebad; Duschbad; Duschbäder; Dusche; Spritzbad; Sturzbad
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rain nieseln; regnen; trödeln
shower duschen; sich abduschen

Synoniemen voor "Regen":


Wiktionary: Regen

Regen
noun
  1. Linker Nebenfluss der oberen Donau in Bayern
  2. Niederschlag vom Himmel in Form von Wassertropfen
Regen
noun
  1. condensed water from a cloud
  2. any matter falling
  3. an instance of particles falling

Cross Translation:
FromToVia
Regen rain pluieensemble de gouttes d’eau dues à la condensation de la vapeur d’eau de l'atmosphère, qui tombent du ciel sur la terre.

Verwante vertalingen van Regen