Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Reparatur:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Reparatur (Duits) in het Engels

Reparatur:

Reparatur [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Reparatur (Wiederherstellung; Reparaturarbeit; Restauration; Ausbesserung)
    the repair; the restoration; the recovery

Vertaal Matrix voor Reparatur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recovery Ausbesserung; Reparatur; Reparaturarbeit; Restauration; Wiederherstellung Besserung; Einforderung; Einkassieren; Forderung; Genesung; Gesundung; Heilung; Restauration; Wiederaufblühung; Wiederauflebung; Wiedereroberung; Wiederherstellung
repair Ausbesserung; Reparatur; Reparaturarbeit; Restauration; Wiederherstellung Ausbesserungsarbeit; Flickzeug; Restauration; Wiederherstellung; zu flickende Kleidung
restoration Ausbesserung; Reparatur; Reparaturarbeit; Restauration; Wiederherstellung Ausbesserung; Flickarbeit; Flickzeug; Reperatur; Restauration; Rückerstattung; Rückgabe; Wiederherstellung; zu flickende Kleidung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
repair anpassen; anprobieren; ausbessern; ausrichten; deichseln; erneuern; fixen; flicken; gutmachen; hinkriegen; innovieren; instand setzen; montieren; reparieren; restaurieren; wiederaufbauen; wiedereinsetzen; wiederherstellen; wiederinstand setzen

Synoniemen voor "Reparatur":


Wiktionary: Reparatur

Reparatur
noun
  1. Vorgang, bei dem ein beschädigtes Objekt in einen Zustand zurückversetzt wird, in dem es die ihm zugedachte Funktion erfüllen kann
Reparatur
noun
  1. an instance of fixing
  2. act of repairing something

Verwante vertalingen van Reparatur