Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlauberger (Duits) in het Engels

Schlauberger:

Schlauberger [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schlauberger (Schlaumeier; Pfiffikus)
    the slyboots; the slick operator
  2. der Schlauberger
    the screw
    • screw [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Schlauberger (Schalk; Scherzbold)
    the slyboots; the rogue; the rascal; the queer chap; the queer fellow; the wag
    • slyboots [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rogue [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rascal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • queer chap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • queer fellow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wag [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Schlauberger (Schlaumeier; Schlaukopf)
    the slyboots; the clever fox; the sly dog
  5. der Schlauberger (Schlauköpfe; Schlaumeier)
    the cunning persons; the smart customers; the smart fellows; the glib fellows; the clever foxes; the slick fellows
  6. der Schlauberger (Schlaumeier)
    the foxes; the dodgers; the cunning persons

Vertaal Matrix voor Schlauberger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clever fox Schlauberger; Schlaukopf; Schlaumeier
clever foxes Schlauberger; Schlauköpfe; Schlaumeier
cunning persons Schlauberger; Schlauköpfe; Schlaumeier
dodgers Schlauberger; Schlaumeier
foxes Schlauberger; Schlaumeier
glib fellows Schlauberger; Schlauköpfe; Schlaumeier
queer chap Schalk; Scherzbold; Schlauberger Schalk; Spaßvogel
queer fellow Schalk; Scherzbold; Schlauberger Schalk; Spaßvogel
rascal Schalk; Scherzbold; Schlauberger Bengel; Bettler; Ekel; Ferkel; Flegel; Frechdachs; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Grobian; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Kriminelle; Lausbub; Lausbube; Lausejunge; Lump; Lumpenkerl; Lümmel; Nichtsnutz; Rabauke; Racker; Rotznase; Rüpel; Schalk; Schelm; Scherzbold; Scheusal; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Straßenjunge; Strick; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Widerling; geriebeneKerl; verdammter Kerl; Übeltäter
rogue Schalk; Scherzbold; Schlauberger Bandit; Bengel; Bösewicht; Ekel; Flegel; Frechdachs; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Iltis; Kriminelle; Lausbub; Lausbube; Lausejunge; Lump; Lümmel; Nichtsnutz; Racker; Rotznase; Rüpel; Schalk; Schalke; Schelm; Scherzbold; Scheusal; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Spitzbube; Straßenjunge; Strolch; Taugenichts; Unhold; Verbrecher; Übeltäter
screw Schlauberger Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Geizhals; Geizhälse; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schraube; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl
slick fellows Schlauberger; Schlauköpfe; Schlaumeier
slick operator Pfiffikus; Schlauberger; Schlaumeier
sly dog Schlauberger; Schlaukopf; Schlaumeier Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl
slyboots Pfiffikus; Schalk; Scherzbold; Schlauberger; Schlaukopf; Schlaumeier Könner; Schlaumeier
smart customers Schlauberger; Schlauköpfe; Schlaumeier Schlauköpfe; Schlaumeier
smart fellows Schlauberger; Schlauköpfe; Schlaumeier
wag Schalk; Scherzbold; Schlauberger Schalk; Scherzbold; Spaßvogel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
screw andrehen; anschrauben; bumsen; festschrauben; ficken; miteinander schlafen; schrauben; vögeln

Synoniemen voor "Schlauberger":


Wiktionary: Schlauberger

Schlauberger
noun
  1. someone who obnoxiously claims to be knowledgeable on a subject