Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schluck:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schluck (Duits) in het Engels

Schluck:

Schluck [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schluck (Zug)
    the drink; the swig; the draught
    • drink [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swig [the ~] zelfstandig naamwoord
    • draught [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schluck (kleinr Schluck)
    the tot; the nip; the dram
    • tot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dram [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Schluck (kleiner Schluck)
    the nip; the drop; the dram
    • nip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drop [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dram [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schluck:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dram Schluck; kleiner Schluck; kleinr Schluck Alcoholische Getranke gut für Herz; Herzstärkung; Stärkung
draught Schluck; Zug
drink Schluck; Zug Alkohol; Gebräu; Schnaps; Spirituose; Spirituosen; Sprit
drop Schluck; kleiner Schluck Erkundungsfahrt; Fallhöhe; Gläschen; Schnaps; Stehempfang; Tropfen
nip Schluck; kleiner Schluck; kleinr Schluck Alcoholische Getranke gut für Herz; Gläschen; Herzstärkung; Schnaps; Stehempfang; Stärkung
swig Schluck; Zug
tot Schluck; kleinr Schluck Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drink Alhohol trinken; Schnapstrinken; austrinken; leer trinken; leeren; saufen; sich besaufen; trinken
drop ablehnen; abrutschen; abschieben; absetzen; abtropfen; abweisen; abwerfen; aus Zink; auslassen; auslecken; aussteigen lassen; das Verfahren einstellen; durchfallen; durchrasseln; durchsickern; einnicken; einpacken; einsacken; einschlafen; einschlummern; einschrumpfen; einsinken; einstürzen; entlassen; fallen; feuern; galvanisieren; herabsacken; herauströpfeln; herunterrutschen; herunterstürzen; hinunterstürzen; kippen; laufen; lecken; mindern; purzeln; reduzieren; sausen; schmeißen; schrumpfen; schwinden; segeln; senken; seponieren; setzen; sickern; sinken; stolpern; suspendieren; taumeln; trennen; triefen; tropfen; tröpfeln; umfallen; umkippen; verabschieden; vermindern; verringern; versenken; versinken; verzinken; weglassen; werfen; zinken; zu den Akten legen; zurückweisen; zusammenschrumpfen

Wiktionary: Schluck

Schluck
noun
  1. Vorgang des Trinkens jener Menge, die mit einmal hinuntergeschluckt werden kann
  2. kleine mundgerechte Trinkmenge
Schluck
noun
  1. usual amount swallowed
  2. an amount of liquid that is drunk in one swallow
  3. a drink

Cross Translation:
FromToVia
Schluck draught teug — een grote slok

Verwante vertalingen van Schluck