Schnickschnack in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Schnickschnack:
- trinkets; gewgaws; baubles; kitsch; knickknacks; fake art; junk; trash; fuss; frills
Wiktionary:
- Schnickschnack → knick-knack, bits and pieces, bric-a-brac
- Schnickschnack → gadget

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schnickschnack (Duits) in het Engels

der Schnickschnack (Nippes; Nippsache)
the trinkets; the gewgaws; the baubles
- trinkets [the ~] zelfstandig naamwoord
- gewgaws [the ~] zelfstandig naamwoord
- baubles [the ~] zelfstandig naamwoord
der Schnickschnack (Kitsch; Kram; Schund; wertlose Zeuge)
the kitsch; the knickknacks; the fake art; the junk; the trash
- kitsch [the ~] zelfstandig naamwoord
- knickknacks [the ~] zelfstandig naamwoord
- fake art [the ~] zelfstandig naamwoord
- junk [the ~] zelfstandig naamwoord
- trash [the ~] zelfstandig naamwoord
der Schnickschnack (Unsin; Fussel; Mischmasch)
the fuss
- fuss [the ~] zelfstandig naamwoord
der Schnickschnack (Kram; Schund; Kitsch; wertlose Zeuge)
the frills
- frills [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
baubles	Nippes; Nippsache; Schnickschnack
fake art	Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge	Kitsch
frills	Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge	Firlefanz; Franse; Fransenborte; Spitze
fuss	Fussel; Mischmasch; Schnickschnack; Unsin	Aufregung; Betrieb; Betriebsamkeit; Durcheinander; Emsigkeit; Gedränge; Geräusch; Geschäftigkeit; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Gezänk; Hektik; Krakeel; Kram; Kummer; Last; Lästigkeit; Mühe; Schererei; Scherereien; Scherrerei; Schikane; Schinanieren; Schlamassel; Schwierigkeit; Treiben; Trubel; Tumult; Umstände; Umständlichkeit; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Weitschweifigkeit; aufheben; viel Mühe; Ärger; Ärgernis
gewgaws	Nippes; Nippsache; Schnickschnack
junk	Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge	Dschunke; Junk-E-Mail; Kram; Krempel; Krimskrams; Schund; Zeug; wertloses Zeug
kitsch	Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge
knickknacks	Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge
trash	Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge	Abfall; Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Kram; Krempel; Krimskrams; Müll; Rommel; Schund; Schweinerei; Zeug; wertloses Zeug
trinkets	Nippes; Nippsache; Schnickschnack
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
trash		durchprügeln; verprügeln; zusammenschlagen

Banalität; Bedeutungslosigkeit; Belanglosigkeit; Binsenweisheit; Gehaltlosigkeit; Irrelevanz; Plattheit; Trivialität; Unwichtigkeit

Schnickschnack

noun

Schnickschnack

noun

small ornaments and other miscellaneous items of little value
- bric-a-brac → Schnickschnack

Cross Translation:

From	To	Via
• Schnickschnack	→ gadget	↔ gadget — objet souvent ingénieux, mais presque toujours inutile sur le long terme.