| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
|
hallmark
|
Amtssiegel; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln
|
Charakterisierung; Eigenschaft; Gütesiegel; Gütezeichen; Kennzeichnung; Marke; Qualitätszeichen; Siegel
|
|
impress
|
Amtssiegel; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln
|
|
|
imprint
|
Amtssiegel; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln
|
Garantie; Garantieschein; Gewähr; Marke; Siegel
|
|
seal
|
Amtssiegel; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln
|
Eichung; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Klebemarke; Marke; Robbe; Seebär; Seehund; Siegel; Stempelmarke; Versiegeln
|
|
stamp
|
Amtssiegel; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln
|
Briefmarke; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Gütesiegel; Klebemarke; Marke; Postwertzeichen; Siegel; Stempelmarke
|
|
stamping
|
Abstempeln; Stempeln
|
Gedröhn; Getrampel
|
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
|
hallmark
|
|
als gangbar erkennen; kalibrieren
|
|
impress
|
|
abdrucken; anrühren; ansprechen; ausdrucken; bedrücken; beeinflußen; drucken; einbeulen; eindrücken; einhämmern; einimpfen; einprägen; einschärfen; rühren; treffen
|
|
imprint
|
|
einhämmern; einimpfen; einprägen; einschärfen
|
|
seal
|
|
abdichten; abschliessen; abstempeln; beglaubigen; bekräftigen; besiegeln; dichten; isolieren; schließen; sperren; stempeln; verschließen; versiegeln; zumachen
|
|
stamp
|
|
abstempeln; besiegeln; frankieren; freimachen; prägen; stempeln
|