Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Unzulänglichkeit

Vertaal Unzulänglichkeit van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Unzulänglichkeit:
- shortfall; insufficiency; deficiency; lack; shortcoming

Duits

Uitgebreide vertaling voor Unzulänglichkeit (Duits) in het Engels

Unzulänglichkeit:

Unzulänglichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Unzulänglichkeit (Unzureichendheit)
the shortfall; the insufficiency; the deficiency; the lack; the shortcoming
- shortfall [the ~] zelfstandig naamwoord
- insufficiency [the ~] zelfstandig naamwoord
- deficiency [the ~] zelfstandig naamwoord
- lack [the ~] zelfstandig naamwoord
- shortcoming [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Unzulänglichkeit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
deficiency	Unzulänglichkeit; Unzureichendheit	Defekt; Defizit; Ermangelung; Gebrechen; Hinfälligkeit; Kassendefizit; Mangel; Schwäche
insufficiency	Unzulänglichkeit; Unzureichendheit	Defizit
lack	Unzulänglichkeit; Unzureichendheit	Armut; Defekt; Defizit; Elend; Ermangelung; Gebrechen; Mangel; Not; Schwäche
shortcoming	Unzulänglichkeit; Unzureichendheit	Defizit; Mangel; Schwäche; Unvollkommenheit
shortfall	Unzulänglichkeit; Unzureichendheit	Defizit
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lack		abwesend sein; entbehren; fehlen; vermissen; versäumen

Synoniemen voor "Unzulänglichkeit":

Defekt; Defizit; Fehler; Insuffizienz; Macke; Mangel; Manko; Schaden; Schwäche