Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Valuta:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Valuta (Duits) in het Engels

Valuta:

Valuta [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Valuta (Geldsorte; Währung; Münzsorte; )
    the currency
    • currency [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Valuta (Wechselkurs; Währung; Umrechnungskurs; )
    the exchange rate; the currency; the rate of exchange; the conversion rate; the rate; the value

Vertaal Matrix voor Valuta:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conversion rate Geldkurs; Geldsorte; Geldsorten; Geldwährung; Kurs; Münzsorte; Umrechnungskurs; Valuta; Wechselgebühr; Wechselkurs; Währung; Währungseinheit Abschlussrate; Umrechnungskurs
currency Geldkurs; Geldsorte; Geldsorten; Geldwährung; Kurs; Münzsorte; Umrechnungskurs; Valuta; Wechselgebühr; Wechselkurs; Währung; Währungseinheit Währung
exchange rate Geldkurs; Geldsorte; Geldsorten; Geldwährung; Kurs; Münzsorte; Umrechnungskurs; Valuta; Wechselgebühr; Wechselkurs; Währung; Währungseinheit Devisenkurs; Kurs; Wechselkurs; Wechseltarif
rate Geldkurs; Geldsorte; Geldsorten; Geldwährung; Kurs; Münzsorte; Umrechnungskurs; Valuta; Wechselgebühr; Wechselkurs; Währung; Währungseinheit Aktienkurs; Kurs; Notiz; Tarif; Zoll
rate of exchange Geldkurs; Geldsorte; Geldsorten; Geldwährung; Kurs; Münzsorte; Umrechnungskurs; Valuta; Wechselgebühr; Wechselkurs; Währung; Währungseinheit Devisenkurs; Geldkurs; Wechselkurs; Wechseltarif
value Geldkurs; Geldsorte; Geldsorten; Geldwährung; Kurs; Münzsorte; Umrechnungskurs; Valuta; Wechselgebühr; Wechselkurs; Währung; Währungseinheit Aktienkurs; Bedeutung; Gewinn; Kurs; Notiz; Nutzen; Profit; Tragweite; Vorteil; Wert
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rate anschlagen; taxieren; veranschlagen
value ausarbeiten; berechnen; kalkulieren; veranschlagen; überschlagen

Synoniemen voor "Valuta":


Wiktionary: Valuta

Valuta
noun
  1. Wert, den eine Währung (oder Ware) an einem bestimmten Tag hat