Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Wickel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wickel (Duits) in het Engels

Wickel:

Wickel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Wickel (strenges Garn; Knäuel)
    the knot
    • knot [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Wickel (Wickelbinde)
    the bandage
    • bandage [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wickel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bandage Wickel; Wickelbinde Binde; Schlinge; Verband
knot Knäuel; Wickel; strenges Garn Dutt; Haarknoten; Knoten; Knäuel; Knötchen; Laufknoten; Schlinge; Strähne
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bandage umwickeln; verbinden; verhüllen
knot anbinden; anknöpfen; befestigen; festknöpfen; festknüpfen; festmachen; knoten; schnüren; verbinden; verknoten; zusammenbinden

Synoniemen voor "Wickel":


Wiktionary: Wickel

Wickel
noun
  1. Kurzform für Lockenwickel
  2. Medizin: ein oder mehrere zirkulär um den Körper oder einen Körperteil angelegte Tücher, die befeuchtet oder mit einer Substanz bestrichen sind
Wickel
noun
  1. something wound

Cross Translation:
FromToVia
Wickel suit; jersey maillot — (vieilli) vête|fr lange dont on enveloppe un enfant au berceau.