Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. arbeiten gehen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor arbeiten gehen (Duits) in het Engels

arbeiten gehen:

arbeiten gehen werkwoord

  1. arbeiten gehen (zur Arbeit gehen)
    to work; to operate in; to char; to be active; to function
    • work werkwoord (works, worked, working)
    • operate in werkwoord (operates in, operated in, operating in)
    • char werkwoord (chars, chared, charing)
    • be active werkwoord (is active, being active)
    • function werkwoord (functions, functioned, funtioning)

Vertaal Matrix voor arbeiten gehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
char char
function Arbeitsfähigkeit; Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Dynamik; Eigenschaft; Energie; Funktion; Funktionalität; Leistungsfähigkeit; Spannkraft; Stellung; Tatkraft
work Agieren; Arbeit; Beruf; Beschäftigung; Fach; Handeln; Tätigkeit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
be active arbeiten gehen; zur Arbeit gehen
char arbeiten gehen; zur Arbeit gehen
function arbeiten gehen; zur Arbeit gehen erfüllen; funktionieren; gehen; handeln; leisten; machen; schaffen; schieben; schütten; treiben; tun; verrichten
operate in arbeiten gehen; zur Arbeit gehen
work arbeiten gehen; zur Arbeit gehen arbeiten; erschaffen; funktionieren; tun; verrichten; vorgehen; zustande bringen

Verwante vertalingen van arbeiten gehen