Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. aufschüren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor aufschüren (Duits) in het Engels

aufschüren:

aufschüren werkwoord

  1. aufschüren (anstiften; aufwiegeln)
    to instigate; to poke up; to stir; to poke
    • instigate werkwoord (instigates, instigated, instigating)
    • poke up werkwoord (pokes up, poked up, poking up)
    • stir werkwoord (stirs, stirred, stirring)
    • poke werkwoord (pokes, poked, poking)

Vertaal Matrix voor aufschüren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stir Durcheinander; Gezänk; Scherrerei
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
instigate anstiften; aufschüren; aufwiegeln anrichten; anspitzen; aufhetzen; aufpeitschen; aufputschen; aufstacheln; aufwiegeln; herbeiführen
poke anstiften; aufschüren; aufwiegeln POKE ausführen; anstoßen; aufrütteln; in den Speicher schreiben; schieben; stoßen; stupsen
poke up anstiften; aufschüren; aufwiegeln anblasen; anfachen; anschüren; schüren
stir anstiften; aufschüren; aufwiegeln anrühren; anschüren; antupfen; aufregen; aufschütteln; berühren; beunruhigen; bewegen; erregen; leicht berühren; mischen; rühren; schüren; streifen; tippen; touchieren; tupfen; umruhren