Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. beisammen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor beisammen (Duits) in het Engels

beisammen:

beisammen bijvoeglijk naamwoord

  1. beisammen (zuzweit; miteinander)
    together; combined

Vertaal Matrix voor beisammen:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
combined beisammen; miteinander; zuzweit aneinander; beieinander; gemein; gemeinsam; gemeinschaftlich; ineinander; mit einander; miteinander; zusammen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
together beisammen; miteinander; zuzweit beieinander; gemein; gemeinsam; gemeinschaftlich; mit einander; miteinander; zusammen

Synoniemen voor "beisammen":


Wiktionary: beisammen

beisammen
adverb
  1. sich in örtlicher Nähe befindend