Bewirken in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

bewirken:
- take care; see to; look after; accomplish; succeed; cause
Wiktionary:
- bewirken → bring about, cause, effect
- bewirken → cause, chat, gossip, cause to take place, hold, organize, provoke, stage, give rise to, pose, result, inflict, wreak, release, trigger, actuate, determine, fix, set, result in, decide, persuade, move, induce, settle, talk round, bring round, procure, act as agent, act as go-between, purvey, provide, deliver, supply, get

Duits

Uitgebreide vertaling voor bewirken (Duits) in het Engels

bewirken:

bewirken werkwoord (bewirke, bewirkst, bewirkt, bewirkte, bewirktet, bewirkt)

bewirken (sorgen für; sich kümmern; sorgen; verlassen)
to take care; to see to; to look after
- take care werkwoord (takes care, took care, taking care)
- see to werkwoord (sees to, saw to, seeing to)
- look after werkwoord (looks after, looked after, looking after)
bewirken (fertigbringen; schaffen; vollführen; hinkriegen; vollbringen; durchsetzen)
to accomplish; to succeed
- accomplish werkwoord (accomplishes, accomplished, accomplishing)
- succeed werkwoord (succeeds, succeeded, succeeding)
bewirken (verursachen; auslösen; antun; anstiften)
to cause
- cause werkwoord (causes, caused, causing)

Conjugations for bewirken:

Präsens

bewirke
bewirkst
bewirkt
bewirken
bewirkt
bewirken

Imperfekt

bewirkte
bewirktest
bewirkte
bewirkten
bewirktet
bewirkten

Perfekt

habe bewirkt
hast bewirkt
hat bewirkt
haben bewirkt
habt bewirkt
haben bewirkt

1. Konjunktiv [1]

bewirke
bewirkest
bewirke
bewirken
bewirket
bewirken

2. Konjunktiv

bewirkte
bewirktest
bewirkte
bewirkten
bewirktet
bewirkten

Futur 1

werde bewirken
wirst bewirken
wird bewirken
werden bewirken
werdet bewirken
werden bewirken

1. Konjunktiv [2]

würde bewirken
würdest bewirken
würde bewirken
würden bewirken
würdet bewirken
würden bewirken

Diverses

bewirk!
bewirkt!
bewirken Sie!
bewirkt
bewirkend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor bewirken:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cause		Anlaß; Begründung; Beweggrund; Grund; Motiv; Motivation; Ursache
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accomplish	bewirken; durchsetzen; fertigbringen; hinkriegen; schaffen; vollbringen; vollführen	abmachen; ausführen; ausrichten; ausüben; bekleiden; betreiben; erfüllen; erledigen; erreichen; erzeugen; fertig bringen; handeln; herstellen; innehaben; leisten; schaffen; schütten; treiben; tun; verrichten; versehen; vollbringen; vollführen; vollziehen; vornehmen
cause	anstiften; antun; auslösen; bewirken; verursachen	anrichten; erzeugen; herbeiführen; hervorrufen; verursachen
look after	bewirken; sich kümmern; sorgen; sorgen für; verlassen	für etwas sorgen; nachschauen; nachsehen; pflegen; sich kümmern um; sich um blicken; sich umsehen; sorgen; umsehen; verpflegen; versorgen; zurückschauen; zurücksehen; überprüfen
see to	bewirken; sich kümmern; sorgen; sorgen für; verlassen
succeed	bewirken; durchsetzen; fertigbringen; hinkriegen; schaffen; vollbringen; vollführen	eine Leistung lieferen; erfüllen; handeln; leisten; schieben; schütten; verrichten
take care	bewirken; sich kümmern; sorgen; sorgen für; verlassen	Aufmerksamkeit schenken; achtgeben; aufpassen; behandeln; hüten; sich hüten vor; versorgen; vorsichtig sein

Synoniemen voor "bewirken":

anleiern; in Gang setzen; führen; anwerfen; auslösen; bereiten; herbeiführen; hervorrufen; induzieren; initiieren; lostreten; mit sich bringen; verursachen
ausführen; durchführen; leisten; schmeißen; zugange sein; agieren; handeln; walten; wirken
erwecken; nach sich ziehen
erschaffen; erzeugen; fabrizieren; formen; herstellen; hervorbringen; synthetisieren

Wiktionary: bewirken

bewirken

verb

(transitiv): eine Wirkung herbeiführen
- bewirken → bring about; cause

bewirken

verb

to make or bring about; to implement
- effect → bewirken
To cause to take place
- bring about → bewirken; bedingen

Cross Translation:

From	To	Via
• bewirken	→ cause; chat; gossip; cause to take place; hold; organize; provoke; stage; give rise to; pose; result; inflict; wreak	↔ causer — être cause de ; occasionner, provoquer.
• bewirken	→ release; trigger; actuate	↔ déclencher — arts\|fr manœuvrer la déclenche pour séparer dans une machine ou dans un ensemble mécanique deux pièces qui ordinairement sont lier.
• bewirken	→ determine; fix; set; cause; give rise to; result in; decide; persuade; move; induce; inflict; wreak; settle; talk round; bring round; pose; provoke	↔ déterminer — fixer les limites de, délimiter précisément.
• bewirken	→ procure; act as agent; act as go-between; purvey; cause; cause to take place; hold; organize; result in; provide; deliver; supply; get	↔ procurer — faire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins.

Remove Ads

Vertaal bewirken van Duits naar Engels

Uitgebreide vertaling voor bewirken (Duits) in het Engels

bewirken:

bewirken werkwoord (bewirke, bewirkst, bewirkt, bewirkte, bewirktet, bewirkt)

bewirken (sorgen für; sich kümmern; sorgen; verlassen)

bewirken (fertigbringen; schaffen; vollführen; hinkriegen; vollbringen; durchsetzen)

bewirken (verursachen; auslösen; antun; anstiften)

Conjugations for bewirken:

Präsens

Imperfekt

Perfekt

1. Konjunktiv [1]

2. Konjunktiv

Futur 1

1. Konjunktiv [2]

Diverses

Vertaal Matrix voor bewirken:

Synoniemen voor "bewirken":

Wiktionary: bewirken