Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal einkochen

Vertaal einkochen van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. einkochen:

Duits

Uitgebreide vertaling voor einkochen (Duits) in het Engels

einkochen:

einkochen werkwoord (koche ein, kochst ein, kocht ein, kochte ein, kochtet ein, eingekocht)

  1. einkochen (aufbewahren; bewahren; konservieren; )
    to preserve; conserve; to keep
    • preserve werkwoord (preserves, preserved, preserving)
    • conserve werkwoord
    • keep werkwoord (keeps, kept, keeping)
  2. einkochen (eindicken)
    to thicken; to concentrate; to condense; to boil down
    • thicken werkwoord (thickens, thickened, thickening)
    • concentrate werkwoord (concentrates, concentrated, concentrating)
    • condense werkwoord (condenses, condensed, condensing)
    • boil down werkwoord (boils down, boiled down, boiling down)
  3. einkochen (eindicken; verdicken)
    to thicken; to condense; to concentrate
    • thicken werkwoord (thickens, thickened, thickening)
    • condense werkwoord (condenses, condensed, condensing)
    • concentrate werkwoord (concentrates, concentrated, concentrating)
  4. einkochen (einbüchsen; einmachen; einlegen; konservieren)
    to preserve; to can; to keep; to tin
    • preserve werkwoord (preserves, preserved, preserving)
    • can werkwoord (cans, canned, canning)
    • keep werkwoord (keeps, kept, keeping)
    • tin werkwoord (tins, tinned, tinning)
  5. einkochen (einmachen; einlegen)
    to pickle
    • pickle werkwoord (pickles, pickled, pickling)
  6. einkochen (einpökeln; einsalzen; einlegen; konservieren; einmachen)
    to souse; to salt; to pickle
    • souse werkwoord (souses, soused, sousing)
    • salt werkwoord (salts, salted, salting)
    • pickle werkwoord (pickles, pickled, pickling)
  7. einkochen (einmachen)
    outclass by far; do in
  8. einkochen (verdicken; eindicken; kondensieren; eindampfen; evaporieren)
    become thicker; to thicken
  9. einkochen (salzen; einlegen; konservieren; )
    to pickle; to salt
    • pickle werkwoord (pickles, pickled, pickling)
    • salt werkwoord (salts, salted, salting)

Conjugations for einkochen:

Präsens
  1. koche ein
  2. kochst ein
  3. kocht ein
  4. kochen ein
  5. kocht ein
  6. kochen ein
Imperfekt
  1. kochte ein
  2. kochtest ein
  3. kochte ein
  4. kochten ein
  5. kochtet ein
  6. kochten ein
Perfekt
  1. habe eingekocht
  2. hast eingekocht
  3. hat eingekocht
  4. haben eingekocht
  5. habt eingekocht
  6. haben eingekocht
1. Konjunktiv [1]
  1. koche ein
  2. kochest ein
  3. koche ein
  4. kochen ein
  5. kochet ein
  6. kochen ein
2. Konjunktiv
  1. kochte ein
  2. kochtest ein
  3. kochte ein
  4. kochten ein
  5. kochtet ein
  6. kochten ein
Futur 1
  1. werde einkochen
  2. wirst einkochen
  3. wird einkochen
  4. werden einkochen
  5. werdet einkochen
  6. werden einkochen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde einkochen
  2. würdest einkochen
  3. würde einkochen
  4. würden einkochen
  5. würdet einkochen
  6. würden einkochen
Diverses
  1. koch ein!
  2. kocht ein!
  3. kochen Sie ein!
  5. eingekocht
  6. einkochend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor einkochen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
can Büchse; Dose; Konserve; Vorratsdose
concentrate Kraftfutter
pickle Gurke; Saure Gurke
preserve Eingekochte; Eingemachte; Marmelade
salt Salz; Seebär
tin Blech; Büchse; Dose; Konserve; Metall; Vorratsdose; Zinn
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
become thicker eindampfen; eindicken; einkochen; evaporieren; kondensieren; verdicken
boil down eindicken; einkochen lang einkochen zum eindicken
can einbüchsen; einkochen; einlegen; einmachen; konservieren einbüchsen; einmachen; konservieren
concentrate eindicken; einkochen; verdicken lang einkochen zum eindicken
condense eindicken; einkochen; verdicken evaporieren; kondensieren; lang einkochen zum eindicken; verdampfen; verfliegen; zunehmen; zusammenfassen
conserve aufbewahren; aufheben; bewahren; einbüchsen; einkochen; einmachen; konservieren einlegen; einmachen; konservieren
do in einkochen; einmachen
keep aufbewahren; aufheben; bewahren; einbüchsen; einkochen; einlegen; einmachen; konservieren beibehalten; festhalten; nicht gehenlassen
outclass by far einkochen; einmachen
pickle einkochen; einlegen; einmachen; einpökeln; einsalzen; konservieren; salzen einlegen; einmachen; einpökeln; konservieren; marinieren; zubereiten
preserve aufbewahren; aufheben; bewahren; einbüchsen; einkochen; einlegen; einmachen; konservieren Schutz bieten; abschirmen; aufbewahren; aufheben; balsamieren; behalten; beibehalten; bewahren; einlegen; einmachen; erhalten; haltbar machen; handhaben; hegen; hüten; instandhalten; konservieren; schützen; wahren
salt einkochen; einlegen; einmachen; einpökeln; einsalzen; konservieren; salzen einpökeln
souse einkochen; einlegen; einmachen; einpökeln; einsalzen; konservieren
thicken eindampfen; eindicken; einkochen; evaporieren; kondensieren; verdicken lang einkochen zum eindicken
tin einbüchsen; einkochen; einlegen; einmachen; konservieren einbüchsen; einmachen; konservieren; verzinnen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salt eingesalzen; gepökelt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
can Blech; Büchse
tin Blech; Büchse
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tin zinnern

Synoniemen voor "einkochen":


Verwante vertalingen van einkochen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0246 seconde
Page rendered in 1.0 seconds