Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. erwerbsfähig:


Duits

Uitgebreide vertaling voor erwerbsfähig (Duits) in het Engels

erwerbsfähig:

erwerbsfähig bijvoeglijk naamwoord

  1. erwerbsfähig (arbeitstauglich)
    valid; capable for work; fit

Vertaal Matrix voor erwerbsfähig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fit Anpassung; Gliederzucken; Paßform; Schnitt; Sitz; Wutanfall; Zuckung; Zusammenziehung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fit anlegen; anprobieren; ausprobieren; bauen; einrichten; gleichen; gleichkommen; installieren; passen; probieren; stimmen; vereinbaren; zusammenstimmen; übereinstimmen mit
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fit arbeitstauglich; erwerbsfähig adäquat; angemessen; befähig; behäbig; blühend; entsprechend; finanzstark; fit; fähig; geeignet; gemessen; gesund; glühend; gutgestellt; gutsituiert; heil; heilsam; hygienisch; inbesterForm; kapabel; kompetent; passend; springlebendig; wohlauf; wohlhabend
valid arbeitstauglich; erwerbsfähig begründet; berechtigt; geltend; gesetzlich; gültig; plausibel; rechtsgültig; rechtsgültig sein; rechtskräftig; stichhaltig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
capable for work arbeitstauglich; erwerbsfähig

Synoniemen voor "erwerbsfähig":