Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal großeRedeführen

Vertaal großeRedeführen van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

großeRedeführen:
- brag; swank; talk big; boast; tout

Duits

Uitgebreide vertaling voor großeRedeführen (Duits) in het Engels

großeRedeführen:

großeRedeführen werkwoord

großeRedeführen (prahlen; angeben; sich brüsten; aufschneiden)
to brag; to swank; to talk big; to boast
- brag werkwoord (brags, bragged, bragging)
- swank werkwoord (swanks, swanked, swanking)
- talk big werkwoord (talks big, talked big, talking big)
- boast werkwoord (boasts, boasted, boasting)
großeRedeführen (angeben; prahlen; aufschneiden; sich brüsten)
to boast; to swank; to brag; tout
- boast werkwoord (boasts, boasted, boasting)
- swank werkwoord (swanks, swanked, swanking)
- brag werkwoord (brags, bragged, bragging)
- tout werkwoord

Vertaal Matrix voor großeRedeführen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boast		Angeberei; Aufschneiderei; Großtuer; Großtuerei; Prahlerei; Windmacherei
brag		Angeberei; Aufschneiderei; Großtuer; Großtuerei; Prahlerei; Windmacherei
swank		Angabe; Angeber; Angeberei; Anstellerei; Aufschneiderei; Draufgämger; Flunkerei; Großsprecherei; Großtuer; Großtuerei; Prahlerei; Schneid; Wagehals; Wagemut; Windmacherei; Ziererei
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boast	angeben; aufschneiden; großeRedeführen; prahlen; sich brüsten	angeben; aufgeben; aufreißen; aufschlagen; aufschneiden; auftragen; bedienen; bluffen; große Redeführen; häufen; kleinmachen; prahlen; rühmen; schneiden; servieren; sich brüsten; sich mit etwas brüsten; sichbedienen; tönen; verschnippeln; zerkleinern; zerstückeln
brag	angeben; aufschneiden; großeRedeführen; prahlen; sich brüsten	angeben; aufgeben; aufreißen; aufschlagen; aufschneiden; auftragen; bedienen; bluffen; häufen; kleinmachen; schneiden; servieren; sichbedienen; tönen; verschnippeln; zerkleinern; zerstückeln
swank	angeben; aufschneiden; großeRedeführen; prahlen; sich brüsten
talk big	angeben; aufschneiden; großeRedeführen; prahlen; sich brüsten	angeben; aufgeben; aufreißen; aufschlagen; aufschneiden; auftragen; bedienen; bluffen; häufen; kleinmachen; schneiden; servieren; sichbedienen; tönen; verschnippeln; zerkleinern; zerstückeln
tout	angeben; aufschneiden; großeRedeführen; prahlen; sich brüsten