Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. routiniert:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor routiniert (Duits) in het Engels

routiniert:

routiniert bijvoeglijk naamwoord

  1. routiniert (gehärtet; abgehärtet)
    seasoned
  2. routiniert (erfahren; qualifiziert; geübt; )
    experienced
  3. routiniert (geschult; qualifiziert; erfahren)
    qualified; certified; skilled; competent
  4. routiniert (abgehärtet; gestanden)
    dyed-in-the-wool; seasoned

Vertaal Matrix voor routiniert:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
certified erfahren; geschult; qualifiziert; routiniert
competent erfahren; geschult; qualifiziert; routiniert befugt; befähig; berechtigt; fachgerecht; fachkundig; fachmännisch; fähig; kapabel; kompetent; rechtsfähig; sachkundig; sachverständig
experienced bewandert; erfahren; geschult; gewandt; geübt; qualifiziert; routiniert bewandert; erfahren; geschult; gewandt; geübt; qualifiziert
qualified erfahren; geschult; qualifiziert; routiniert befähig; fähig; kapabel; kompetent
seasoned abgehärtet; gehärtet; gestanden; routiniert abgelagert; bewandert; erfahren; feurig; gepfeffert; geschult; gewandt; gewürzt; geübt; herzhaft; pikant; qualifiziert; scharf; würzig
skilled erfahren; geschult; qualifiziert; routiniert befugt; befähig; berechtigt; bewandert; erfahren; fachmännisch; fähig; gebildet; gelehrt; geschult; geübt; kapabel; kompetent; kundig; sachverständig; tüchtig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dyed-in-the-wool abgehärtet; gestanden; routiniert

Synoniemen voor "routiniert":


Wiktionary: routiniert

routiniert
adjective
  1. geübt