Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Austritt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Austritt (Duits) in het Spaans

Austritt:

Austritt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Austritt (Kündigung; Ausscheidung)
    la dimisión; el cese; la baja
    • dimisión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cese [el ~] zelfstandig naamwoord
    • baja [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Austritt
    la baja
    • baja [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Austritt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baja Ausscheidung; Austritt; Kündigung Antrag auf Entlassung; Antrag auf Kündigung; Ausschreibung; Depression; Einbruch; Einsturz; Einstürze; Einstürzen; Entlassungsersuchen; Ermäßigung; Fallen; Flaute; Geschäftsflaute; Geschäftsstille; Herabsetzung; Niedergang; Preisnachlaß; Preissenkung; Reduktion; Reduzierung; Rückfall; Rückgang; Schlaffheit; Schlappheit; Schwäche; Skonto; Stürzen; Tiefkonjunktur; Traurigkeit; Unbehagen; Zusammenbruch; Zusammensturz; während der Landung aufsetzen
cese Ausscheidung; Austritt; Kündigung
dimisión Ausscheidung; Austritt; Kündigung Absage; Abtreten; Antrag auf Entlassung; Antrag auf Kündigung; Ausscheiden; Entlassungsersuchen; Kündigung

Synoniemen voor "Austritt":


Wiktionary: Austritt


Cross Translation:
FromToVia
Austritt partida; salida exit — action of leaving
Austritt salida sortieaction de sortir.