Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Tumor

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Tumor

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Tumor:
- crecimiento; bollo; tumor; bulto; aumento; ampliación; agrandamiento
Wiktionary:
- Tumor → tumor
- Tumor → tumor

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

tumor:
- Tumor; Knoten; Geschwulst
Wiktionary:
- tumor → Tumor, Geschwulst
- tumor → Gewächs, Geschwulst, Tumor

Duits

Uitgebreide vertaling voor Tumor (Duits) in het Spaans

Tumor:

Tumor [der ~] zelfstandig naamwoord

der Tumor (Knoten; Geschwulst)
el crecimiento; el bollo; el tumor; el bulto; el aumento; la ampliación; el agrandamiento
- crecimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- bollo [el ~] zelfstandig naamwoord
- tumor [el ~] zelfstandig naamwoord
- bulto [el ~] zelfstandig naamwoord
- aumento [el ~] zelfstandig naamwoord
- ampliación [la ~] zelfstandig naamwoord
- agrandamiento [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tumor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agrandamiento	Geschwulst; Knoten; Tumor	Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Vergrößerung
ampliación	Geschwulst; Knoten; Tumor	Anbau; Ausbau; Ausbreitung; Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Vergrößerung; Vorbau; Wachstum; Zunahme; Zuwachs; maßstabsgetreue Vergröserung
aumento	Geschwulst; Knoten; Tumor	Abheben; Anhäufen; Ansammeln; Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Aufgehen; Aufstapeln; Aufwertung; Ausbreitung; Ausdehnung; Beibezahlung; Erhöhen; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Geldaufwertung; Lagerzugang; Stapeln; Steigen; Vergrößerung; Wachstum; Zugang; Zunahme; Zuwachs
bollo	Geschwulst; Knoten; Tumor	Ball; Beule; Brötchen; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Gehirnkasten; Höcker; Kaiserbrötchen; Kniff; Knorren; Knoten von Wolle; Kopf; Pünktchen; Schrippe; Schwellung; Schädel; Tüpfelchen; Verbeulung; Wulst
bulto	Geschwulst; Knoten; Tumor	Ausstülpung; Beule; Blase; Buckel; Bund; Bündel; Geschwulst; Holpern; Höcker; Knorren; Kostüm; Kästchen; Paket; Postpaket; Päckchen; Quetschung; Quetschwunde; Rucksack; Schwellung; Stück; Wulst
crecimiento	Geschwulst; Knoten; Tumor	Abheben; Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Aufgehen; Ausdehnung; Blühperiode; Blüte; Expansion; Fortschritt; Steigen; Wachstum; Wuchs; Zunahme; Zuwachs
tumor	Geschwulst; Knoten; Tumor
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aumento		Sprung; Steigung

Synoniemen voor "Tumor":

Auswuchs; Geschwulst; Neoplasie; Raumforderung; Schwellung; Wucherung; Erkrankung; Krankheit; Leiden

Wiktionary: Tumor

Tumor

noun

Medizin, seltener allgemeiner: Schwellung (unklarer Ursache)
- Tumor → tumor
Medizin: Wucherung
- Tumor → tumor

Cross Translation:

From	To	Via
• Tumor	→ tumor	↔ tumor — een gezwel
• Tumor	→ tumor	↔ tumor — oncology, pathology: an abnormal growth

Spaans

Uitgebreide vertaling voor Tumor (Spaans) in het Duits

tumor:

tumor [el ~] zelfstandig naamwoord

el tumor (crecimiento; bollo; bulto; aumento; ampliación; agrandamiento)
der Tumor; der Knoten; die Geschwulst
- Tumor [der ~] zelfstandig naamwoord
- Knoten [der ~] zelfstandig naamwoord
- Geschwulst [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tumor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Geschwulst	agrandamiento; ampliación; aumento; bollo; bulto; crecimiento; tumor	bulto; lipoma; roncha
Knoten	agrandamiento; ampliación; aumento; bollo; bulto; crecimiento; tumor	entorchado; madeja; madejita; maraña; mechón; moño; nodo; ovillo; puñado; recolección; turbante
Tumor	agrandamiento; ampliación; aumento; bollo; bulto; crecimiento; tumor

Verwante woorden van "tumor":

tumores

Synoniemen voor "tumor":

bubón; buba; forúnculo; divieso; absceso; bulto; llaga; hinchazón; inflamación; tumefacción; flemón; excrecencia; nódulo; grano; aglomeración; quiste
lobanillo

Wiktionary: tumor

tumor

noun

Medizin, seltener allgemeiner: Schwellung (unklarer Ursache)
- Tumor → tumor
Medizin: Wucherung
- Tumor → tumor
Medizin: Schwellung des Gewebes
- Geschwulst → tumefacción; tumor

Medizin: Geschwulst, Schwellung des Gewebes
- Gewächs → tumor

Cross Translation:

From	To	Via
• tumor	→ Geschwulst; Tumor	↔ tumor — een gezwel
• tumor	→ Tumor	↔ tumor — oncology, pathology: an abnormal growth

Verwante vertalingen van Tumor