Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Abgrenzen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abgrenzen (Duits) in het Spaans

Abgrenzen:

Abgrenzen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abgrenzen (Abgrenzung; Abzäunen; Abstecken)
    el delimitar; el demarcar; el trazarado

Vertaal Matrix voor Abgrenzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delimitar Abgrenzen; Abgrenzung; Abstecken; Abzäunen Abzeichnen
demarcar Abgrenzen; Abgrenzung; Abstecken; Abzäunen
trazarado Abgrenzen; Abgrenzung; Abstecken; Abzäunen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delimitar abgrenzen; abstecken; abzeichnen; abzäunen; begrenzen; einhegen; einzäunen; festlegen; neppen; prellen; trassieren; umzäunen; übervorteilen
demarcar abgrenzen; abstecken; abzeichnen; abzäunen; begrenzen; durchpausen; einhegen; einzäunen; festlegen; neppen; prellen; trassieren; umzäunen; übervorteilen