Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Absitzen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Absitzen (Duits) in het Spaans

Absitzen:

Absitzen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Absitzen
    el cumplimiento
  2. Absitzen (Herabsteigen; Absteigen)
    el descender

Vertaal Matrix voor Absitzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cumplimiento Absitzen Arbeitsleistung; Ausfüllung; Ausübung; Bekleidung; Einlösung; Eintragen; Erfüllung; Ergänzung; Fertigstellung; Gestaltung; Großtat; Leistung; Verrichtung; Versehung; Vollendung; Vollziehung
descender Absitzen; Absteigen; Herabsteigen Absteigen; Abstieg
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descender abbauen; abrutschen; abschwächen; absteigen; aus Zink; ausbeuteln; ausbrechen; auseinandergehen; ausreißen; ausrücken; aussteigen; davoneilen; durchbrennen; durchfallen; durchrasseln; einliefern; einnicken; einpacken; einreichen; einsacken; einschlafen; einschlummern; einsenden; einsinken; einstürzen; entfahren; entfallen; entfliehen; entkommen; entrinnen; entschlüpfen; entwischen; fallen; fliehen; flüchten; fortnehmen; fortrennen; galvanisieren; herabfallen; herabmindern; herabsacken; herabsetzen; herabsteigen; herunterrutschen; heruntersteigen; hinabsteigen; hinunter lassen; hinunterfahren; hinunterfallen; hinunterkommen; hinuntersteigen; kürzen; mindern; nach unten gehen; nach unten laufen; nachlassen; niederlassen; niedersteigen; prolabieren; reduzieren; sausen; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; segeln; senken; setzen; sichsenken; sickern; sinken; sparen; verknappen; vermindern; verringern; versenken; versiegen; versinken; verzinken; vorfallen; wegnehmen; zinken; zurückgehen; zusammengehen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
cumplimiento Durchsetzung